Koolzuur wordt veel ingezet in onder andere de voedselindustrie. Het gas ontstaat wanneer koolstofdioxide, ook bekend als CO2 of E290, wordt opgelost in water. Koolzuur is geur- en kleurloos en wordt voornamelijk gebruikt om frisdrank en mineraalwater te voorzien van prik. Daarnaast draagt het ook bij aan de conversering van frisdrank en andere dorstlessers. Door het gebruik van koolzuurgas komen de aroma’s makkelijker vrij en is het vol van smaak. Iedere fles frisdrank bevat een zeer lage concentratie koolzuurgas: slechts 5 tot 8 gram per liter. Hierdoor vormt het geen gevaar voor de gezondheid. Het toevoegen van CO2 aan dranken heet carboniseren. Door de frisse en zure smaak is de drank extra dorstlessend en langer houdbaar. Het gas staat ook bekend als E-nummer E290.
Koolzuur is niet alleen nuttig bij het creëren van de prik in frisdrank, maar dient in de horeca als drijfgas bij het tappen van bier. Zodra de tap wordt geopend, duwt het drijfgas het bier naar boven en neemt de druk af, waardoor koolzuur gaat schuimen. Er is daarom voldoende koolzuurgas nodig om voor schuim te zorgen.
