Als u in de metaalverwerking werkt, last u waarschijnlijk vaak. In deze industrie worden gassen het meest gebruikt. Maar niet bij alle lastechnieken gebruikt men hetzelfde gas, bijna elke techniek gebruikt een ander gas , zoals bij het MIG/MAG lassen.
Het MIG/MAG lasproces gebruikt twee verschillende technieken, het enige verschil is het gas dat gebruikt wordt. Bij het MIG (Metal Inert Gas) lasproces gebruikt men inerte gassen, zoals edelgassen en stikstof, die de voorkeur genieten van lassers. Inerte gassen zijn niet brandbaar, giftig of explosief en reageren niet chemisch met andere gassen. Bij MAG (Metal Active Gas) lassen is dat wel het geval.
Technische gassen worden ook gebruikt bij verschillende soldeertechnieken, zoals hardsolderen, zachtsolderen, dompelsolderen, golfsolderen, lasersolderen en meer. Voor elke techniek bestaat een specifieke methode, waarbij niet altijd een technisch gas nodig is. Bij hardsolderen, ook wel vlamsolderen of braseren genoemd, is wel gas nodig. Dit gebeurt op een hoge temperatuur tussen de 450 en 900 graden Celsius. Als soldeermateriaal gebruikt men legeringen op basis van koper, zink en zilver. Ook bij zachtsolderen, autogeen lassen en autogeen snijden, formeren en andere toepassingen worden technische gassen gebruikt.
